We schrijven 1e paasdag 1995.
Ede is in de ban van een pyromaan die al ruim
2 maanden voor veel onrust zorgt.
De politie jaagt met man en macht op deze
persoon, en op de parkeerplaatsen rondom de brandweerkazerne staan de lokale en landelijke media te wachten op de volgende brand.
Aangezien de meeste branden tussen 21.00 uur
en 00.00 uur uitbreken, is er overdag van de media aandacht weinig te merken, behalve in de kranten en op tv.
Zoals gezegd, het is zondag 1e
paasdag en onze dienst duurt nog tot 00.00 uur.
Na een drukke week met diverse branden, lig ik
languit op de bank naar het 20.00 uur journaal te kijken. En net als bij een
aantal andere collega’s heeft ook bij mij de griep toegeslagen, maar niemand wil er aan toegeven in deze drukke periode.
Al kijkend naar het journaal, zie ik een
aantal van onze branden op tv en KRO’s brandpunt heeft er zo ook nog een item over, dit wil ik graag zien.
Terwijl mijn vrouw de koffie serveert, hoor ik
over mijn pieper de eerste 8 seconden van het liedje “i’m the scatman” van Scatman John “ski-ba-bop-ba-dop-bopski-ba-bop-ba-dop-bop
….. I’m the scatman” en ik vlieg overeind, zet de scanner harder, en trek
mijn schoenen alvast aan. De laatste tijd kwam dit liedje vaker over de pieper heen en hadden we binnen het uur een grote brand.
Op de scanner hoor ik de conversatie tussen een aantal agenten, en het leek erop dat ze en bepaalde auto verschillende keren voorbij hadden zien komen. (Achteraf bleek dat ze een val hadden opgezet voor de pyromaan, die kennelijk zijn eigen agenda voerde.)
Tot op een gegeven moment een van de agenten aan een college vraag achterom te kijken, want daar staat een pand in brand!!
Op dit signaal, ren ik al vast naar de auto, en ben onderweg naar de kazerne (net als veel van mijn collega’s). Halverwege de rit naar
de kazerne realiseer ik me dat we nog steeds niet gealarmeerd zijn en het is
bij ons korps een “doodzonde” om op berichten van de scanner te gaan rijden. Dus ik zet de auto langs de kant van de weg en luister naar de scanner die ik had ingebouwd in de auto.
Na een korte tijd vraagt een van de agenten aan de meldkamer of de brandweer was gealarmeerd? Een ontkennende vraag was het antwoord.
Mijn collega’s op de AC (Alarmcentrale) die ook naar de scanner luisterden, reageren direct door ons te alarmeren. Dit zal voor ons
korps de snelste uitruk allertijden zijn.
Binnen een fractie is heel de dienstdoende ploeg (Sectie1) op de kazerne, kleed men zich aan en vliegt het voertuig in. Ik zit op het eerst uitrukkende voertuig de 201.
Onderweg krijgen we te horen dat de brand al uitslaand is en men op voorhand “grote brand” maakt. Hierop rijden nog 2 extra tankautospuiten (TAS) mee, gevolgd door de hoogwerker 250 en de 070 de grote HV wagen.
Aangekomen op het brandadres slaan de vlammen al uit het pand en zetten we de eerste stralen in om de brand te lijf te gaan.
Achter ons hoor ik de andere voertuigen aankomen, en ik word samen met mijn maatje als aanvalsploeg naar binnen gestuurd voor een vlugge verkenning.
Binnen zien we een flinke brand, maar ook een 1000 liter vat, met wat later thinner bleek te zijn. Deze informatie was kennelijk ook via de scanner te ontvangen geweest en werd er nogal panisch overgedaan, door wie is mij helaas nooit duidelijk geworden.
Dit vat hebben wij afgeschermd van de binnenbrand, zodat dit gevaar op ontbranding was geweken. En samen met de waterploeg zetten wij in op afblussen.
Door het snelle opschakelen van onze wachtcommandanten is de brand snel onder controle en kan het sein brandmeester worden gegeven.
Wel zijn we nog wat tijd bezig met het nablussen als de eerste voertuigen weer huiswaarts keren. En het is de regel dat het eerste voertuig, als laatste huiswaarts keert.
Het zal rond 00.30 uur zijn als wij ook weer op de kazerne terug zijn.
I.v.m. de vele branden, is het zaak om het uitruk voertuig weer gereed te maken, en de gebruikte slangen te wassen. Onze dienst is dan al afgelopen en Sectie 2 neemt de uitruk van ons over op deze 2e paasdag.
Onder het genot van een drankje maken we spullen schoon en ruimen dan ook alles netjes op.
Rond 03.00 uur
ben ik weer thuis en neem ik een lekkere douche.
Ik moest nog wel ff uitleggen dat de gebeurtenis met dat vat thinner niet zo spannend was zoals men het via de scanner had aangegeven, na deze uitleg gaan we slapen.
NB:
Kort na deze
brand wordt de pyromaan opgepakt bij een brandstichting en komt Ede weer tot rust.
“De branden worden telkens tussen negen en twaalf uur ’s avonds gesticht, midden in de week maar zondags niet, wat hem aanvankelijk de bijnaam ‘Kortjakje’ opleverde – tot hij ook op eerste paasdag toesloeg.”